Kiezen vind ik vaak makkelijk, want ik weet heel goed wat ik wil. Toch is het niet altijd makkelijk om een keuze te maken als de vragen zo voor je neus staan, zo blijkt na het invullen van deze TAG.
Joyce daagde mij uit de TAG over te nemen en te kiezen tussen this or that. Lees maar verder!

Zwangerschap en bevalling

1. Thuisbevalling of ziekenhuisbevalling: Ik wist van te voren al dat ik in het ziekenhuis moest bevallen in verband met het gebruik van bloedverdunners. Maar als ik dat niet gebruikte en ik mocht kiezen, dan koos ik alsnog voor het ziekenhuis. Het geeft een veilig gevoel en alles is in de buurt.
2. Verloskundige of Gynaecoloog: Ik was bij de gynaecoloog onder controle in verband met de strenge controles en mijn aandoening. Als ik gezond zou zijn en ik mocht kiezen, dan koos ik de verloskundige. Lijkt mij zoveel fijner en zij heeft vaak meer tijd voor je om uitleg te geven.
3. Eten voor twee of geen hap door je keel vanwege het maagzuur: Allebei niet echt. Ik at niet voor twee, al had ik wel erge trek. Op het einde had ik ook last van veel maagzuur en was Rennie mijn grootste vriend. Maar dat weerhield mij niet om gewoon te eten.
4. Nesteldrang voor of na de bevalling: Voor de bevalling had ik dat heel erg. Alles moest perfect zijn in huis. Niet perfect schoon, maar de spullen moesten perfect zijn en het huis moest er gezellig uitzien. Na de bevalling ben ik 4 weken niet thuis geweest, dus kon het mij weinig schelen. Eenmaal thuis ook niet, ik was al lang blij dat ik bij Sarah was.
5. Wel of geen foto’s van de bevalling: wel! Het is het enige wat ik heb aan herinneringen van Sarah haar geboorte. Met de keizersnede moest ik volledig onder narcose en heb ik niets meegekregen. Ik hecht dus veel waarde aan de foto’s.
6. Geslacht bekend of onbekend voor de bevalling: bekend, ik ben daarvoor veel te nieuwsgierig.
7. Wel of geen buikband: Ik heb niet veel buikbanden gedragen, misschien eentje. Ik voelde mij er niet fijn bij. Waarom weet ik niet.
8. Zomer of winter zwangerschap: who cares? Wij hebben drie jaar moeten wachten op Sarah dus het maakte mij echt helemaal niets uit. Ik kan mij wel voorstellen dat het zwaar is met 30 graden buiten, maar om daarvoor je zwangerschap te ‘plannen?’
9. Pufcursus of zwangerschapszwemmen: ik heb een pufcursus gedaan, maar heb niet gezwommen. Het leek mij wel fijn maar het is er niet van gekomen.

Opvoeding

1. Uitslapen of vroeg op: Ik was altijd van het uitslapen, maar dat kwam denk ik ook vanwege het onregelmatig werken. Nu heb ik een goed ritme en sta ik elke dag rond half 9 op (is dat vroeg of uitslapen?)
2. Negeren of time out: ik ben ervan overtuigd dat positieve aandacht en beloning beter werkt dan het straffen van gedrag. Natuurlijk moeten er regels zijn en grenzen worden gesteld, maar het negeren van negatief gedrag lijkt mij effectiever dan het instellen van een time out. Maar goed, zo ver is het nog niet en wie weet kom ik er over een paar jaar op terug. We gaan het meemaken!
3. Vast dagritme of kindvolgend: De eerste maanden was het kindvolgend, ik ging mee met het ritme van Sarah. Maar nu heeft Sarah een vast ritme en ik dus ook. Ik volg haar, maar er is ook een vast dagpatroon.
4. Wel of geen toetje na het eten: ik voed Sarah tot nu toe zoveel mogelijk suikervrij op. Soms als ze nog trek heeft na het avondeten dan geef ik haar yoghurt. Ik ga geen vla of ijs in huis halen als toetje. Zowel mijn partner als ik zijn geen toetjesliefhebbers. En ik wil dat de warme maaltijd het belangrijkste is en niet dat een kind zijn eten opeet om zo een toetje te kunnen krijgen.
5. Kind eerder van tafel of blijven zitten tot iedereen het op heeft: Pas als iedereen het op heeft, mag je van tafel. Gewoon, dat vind ik gezellig en beleefd.
6. Beneden spelen of op de kamer: ik vond het als kind heerlijk om op mijn kamer te spelen en in mijn eigen wereld te leven met Barbies en poppen. Ik weet niet wat Sarah fijner gaat vinden, maar van mij mag ze zowel boven als beneden spelen. Ik zal haar privacy respecteren.
7. Binnen of buiten: ik wil Sarah stimuleren om lekker veel buiten te gaan spelen, dan krijgt ze toch meer beweging. Stoepkrijten, touwtje springen, voetballen, rolschaatsen, boomhutten maken…buiten spelen is hartstikke leuk en dat wil ik graag aan haar laten zien.
8. Om plassen heenlopen of in de plassen stampen: Lekker stampen! Laarsjes aan en los!

Kindermode

1. Meisjes in jurk/rok of in een broek/trui: Sarah draagt allebei en het staat haar allebei even goed. Als ik echt moet kiezen, kies ik voor de jurk. Vooral als het straks warmer wordt. Maar ik vind allebei prima.
2. Online of offline shoppen: Ik heb online vaker kleding gekocht voor Sarah dan in winkels. Ik kijk graag op Zara of H&M.
3. Pastelkleuren of felle kleuren: Voor nu pastelkleuren, komende zomer denk ik felle kleuren.
4. Effen of met print: Effen, daarmee kan ik beter combineren (met een vestje bijvoorbeeld).
5. Truitjes of vestjes: vestjes vind ik wijs staan bij Sarah.
6. Rompertje met korte of lange mouwen: korte mouwen! Ik loop altijd te frunniken met de mouwen van de romper als ze er nog een truitje overheen aan krijgt. Dan stropen de mouwen van de romper altijd omhoog, irritant.
7. Biologische producten of betaalbaar: ik kies voor betaalbaar en gezond. Ik maak het eten van Sarah zelf en dat gaat prima met groenten, vlees en fruit die wij ook eten. Biologisch vind ik heel erg prijzig, anders had ik er wel voor gekozen.
8. Sale of nieuwe collectie: ik krijg een echte kick van leuke items in de SALE kopen!

Food

1. Koeienmelk of geitenmelk: dit is nu nog niet van toepassing, maar als Sarah wat ouder is dan kies ik toch voor koeienmelk. Ik drink het zelf ook en krijg een beetje de bibbers van geitenmelk
2. Appel of kiwi: kiwi! Ik eet elke dag minimaal 1 kiwi. Tijdens de zwangerschap van Sarah at ik er twee per dag. Goed voor de weerstand en de ‘darmperistaltiek’ haha.
3. Bananenpannenkoeken of boterham: Boterham, het liefst lekker vers met hartig beleg.
4. Yoghurt of ijs: Ijs! En dan vooral citroenijs.
5. Water of limonade: ik drink nooit limonade of sap. Eigenlijk alleen water, thee, koffie en melk. Ik kies dus voor water!
6. Zoute stengel of rijstwafel: rijstwafel, heerlijk! Zoute stengel is te zout en ik eet de laatste tijd veel rijstwafels. Met kipfilet, avocado, een eitje…lekker!
7. Boterham met smeerkaas of een plak kaas: een plak kaas, dan valt er meer te kauwen.
8. Hollandse pot of Italiaans/Oosters: Ik vind buitenlands eten heerlijk, dus kies ik voor het laatste.
9. Vers fruit of knijpfruit: vers fruit, een hele mand vol.
10. Pannenkoeken of patat: Na lang nadenken pannenkoeken. Met stroop of kaas, mmm!

Online

1. Foto’ s delen op Facebook of Instagram: Instagram, ik zit niet heel vaak meer op Facebook. Ik ben ook bang dat ik op Facebook mensen sneller verveel met babyspam van Sarah. Op Instagram zitten veel mama’ s die de spam vaak wat meer waarderen.
2. Filmpjes kijken via Netflix of Youtube. Ik ga voor Youtube! Vlogjes kijken bij de koffie ‘ s ochtends vind ik heerlijk. Netflix hebben we wel, maar we doen er eigenlijk weinig mee. Zonde eigenlijk!
3. Zappelin app of kindermodus: Ehh wat, wie? Ik heb vaak kinderliedjes aan staan en soms JimJam, maar verder niets. Ik gebruik de Ipad ook niet voor Sarah. Ik zie haar liever spelen.
4. Blogjes lezen of nieuwssites lezen: Nieuws maakt mij alleen maar verdrietig, blogjes maken mij blij! Ik vind het ultieme ontspanning.
5. Smartphone of laptop: smartphone, laptop gebruik ik alleen om blogjes te tikken.
6. Forum of Facebook groep: ik word soms bijna bang van Fora waar alles gezegd wordt en mensen vaak worden gekwetst. Een Facebookgroep is vaak gezelliger, omdat je dezelfde interesses deelt en de sfeer toch anders is.
7. Whatsapp of Facebook Messenger: Whatsapp! Zelf opa en oma gebruiken het nu, ideaal.
8. Skypen of bellen: Skypen! Of nou ja, Face-timen doen we hier. Met opa en oma in Amerika. We zetten Sarah wel eens voor de camera zodat ze haar even kunnen zien. Het zal niet lang meer duren of ze kan lekker kletsen.

Zo…dat waren mijn keuzes! Ik hoop dat jullie het leuk vonden om te lezen en ik daag Minke uit om de TAG over te nemen!