Ik stuitte laatst op een recept van Sambal Badjak. Normaal gesproken kochten wij altijd de potjes uit de supermarkt. Ik wilde graag dit heerlijke goedje zelf een keer maken zodat ik de sambal zoveel mogelijk zoutarm kan houden. Ik liet de trassi (garnalenpasta) weg en maakte zelf een heerlijke Sambal badjak.

Wat heb je nodig voor 2 potjes (a 350 ml):

• 10 grote rode pepers
• 1 ui, grofgesneden
• 4 tenen knoflook, gepeld
• 30 gram verse gember, geschild
• 2 EL zonnebloemolie
• 1 pakje kokosmelk (200 ML)
• 1 EL tamarindepasta (pot 200 gram, Toko)
• 1 EL citroensap
• Keukenmachine
• 2 schone (jam) potjes met deksel

Doe de rode pepers, de uien, de knoflook en de gember in de keukenmachine en pureer tot een fijne pasta (maar niet helemaal glad).

Verhit de olie in een wok en fruit de pasta met de basterdsuiker op zacht vuur ongeveer 5 minuten.

Voeg de kokosmelk, de tamarindepasta en het citroensap toe en breng aan de kook. Kook zachtjes tot de olie bovendrijft.

Schep de warme sambal in de potjes en sluit ze. Laat deze omgekeerd afkoelen voor 15 minuten. Keer de potjes vervolgens weer om en laat ze verder afkoelen tot ze op kamertemperatuur zijn.

Het dichte potje kun je maximaal 4 weken in de koelkast bewaren. Geopend is de sambal ruim een week houdbaar.
Door het ontbreken van de trassi ziet de sambal er wat anders uit en is de smaak ook wat milder dan je gewend bent uit de winkel, maar hij is minstens zo lekker. Nadeel (of juist een voordeel…) is dat je een geopend potje binnen een week op moet eten. Maar het is wel fijn om te weten dat hier geen conserveermiddelen aan toegevoegd zijn.

Benieuwd naar alle voorgaande recepten zonder pakjes en zakjes? Je vindt ze allemaal hier.

Volg je mij al op Facebook, Twitter, Instagram en Bloglovin?